Hans Siebers bekritiseert in het Opiniekatern van 6 juli j.l. de excuses van Femke Halsema voor het slavernijverleden. Want, zo schrijft hij, slavernij erkennen als misdaad tegen de menselijkheid is een onverantwoorde uitholling van die term – het was immers ‘eeuwenlang de normaalste zaak van de wereld’. Ook zou Halsema in haar toespraak hedendaagse Amsterdammers verantwoordelijk maken voor slavernij – en daarmee polarisatie in de hand werken.
Uiteraard zijn we als burgers niet individueel verantwoordelijk voor of schuldig aan misstanden uit het verleden. Maar als we als gemeenschap accepteren dat we de lusten erven van wat generaties voor ons hebben bewerkstelligd, dan zullen we ook moeten aanvaarden dat we als collectief aansprakelijk kunnen zijn voor de nagelaten lasten. Dit kunnen we doen door te erkennen wat er is gebeurd en door hier lessen uit te trekken.
Dat slavernij ooit ‘de normaalste zaak van de wereld was’ doet daar niets aan af. De potentiële waarde van excuses is nu juist dat ze signaleren dat dat wat ooit normaal was, niet normaal zou moeten zijn. Daarbij mogen de gemoederen, als onderdeel van een maatschappelijk debat, best oplopen.
De balans tussen herinneren, het erkennen van fouten en toegebracht leed, en het bereiken van verzoening is altijd precair. Waar te veel vergeten blind kan maken voor menselijk leed en barbarij, kan te veel herinneren de verzoening dwarsbomen. Wat de uitkomst is, zal mede afhangen van de taal die politici gebruiken en de consequenties die zij verbinden aan hun woorden. Die van Halsema wijzen in ieder geval in de goede richting.
Juliëtte & Marieke